logo
DOM

Vanuit de dankbaarheid om zijn genezing, die de melaatse Samaritaan uit aan Jezus, lezen we de woorden van Lucas 17. Hij looft God met luide stem! ‘Ik wil de Heer loven met heel mijn hart; machtig zijn de werken van de Heer, genadig en liefdevol is de Heer’, zo lezen we in psalm 111.

De genezen Samaritaan leeft van verwondering, terwijl de anderen blijkbaar de genezing als ‘gewoon’ ervaren. Want het vanzelfsprekende is gezondheid, kracht, doen wat je kunt, leven zoals je wilt. Het is een recht! Maar de Samaritaan, die weet van uitsluiting en daarom weet dat een goed leven niet vanzelfsprekend is, is diep geraakt door Jezus, die hem ziet als mens: als melaatse Samaritaan ervaart hij het wonder van Gods zorg, liefde: hij wordt gezien en gehoord. Opnieuw gaat de vreemdeling ons voor in geloof en vertrouwen en verwondering!

De orde van dienst leest u hier.