logo
DOM

De lezing uit Mattheüs 24: 32-44 begint na de aankondiging van verdrukking, verwoestende gruwel (vers 15), zware tijden. Het zijn tekenen van de komst van de Mensenzoon: ‘Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden verdwijnen nooit’ (vers 35).

We worden aangespoord om oog te hebben voor de ‘uitlopende takken van de vijgenboom’; ik begrijp: Verlies je niet in alle dreiging, want – populair gezegd: ‘Het komt goed!’ Op de eerste advent worden we zo voorbereid op de komst van de Messias, die geboren zal worden. De lezing uit Jesaja 2: 1-5 sluit er bij aan met het visioen dat zwaarden omgesmeed zullen worden tot ploegscharen, geen mens zal nog de wapens leren hanteren. Met deze woorden en beelden, hoop en verwachting klinkt de eerste voorzichtige roep van Midwinterhoorn om licht, vrede, nieuw leven: we verwachten het Kind van Maria, Zoon van de Levende God.

 

De orde van dienst leest u hier.